Beschreibung:

gericht aan J.G. van Niftrik "Oud-Stads-Ingenieur te Amsterdam", gedateerd 5 oktober 1906, als antwoord op Van Niftriks kritische opmerkingen [zoals geformuleerd in een brief van 25 juni 1906], in pen op recto van 4 vellen A4-formaat met briefhoofd "Jac. Ph. Wormser Architect Sierkunstenaar" [Amsterdams adres doorgestreept en vervangen door "Hilversum"], met de originele gefrankeerde en gestempelde envelop en het korte, aanvankelijk een voorlopig handgeschreven antwoord van Wormser op Van Niftriks brief op briefpapier van P. Vorkink en Jac. P. Wormser, gedateerd 27 juni 1906. Jacques Wormser (1878-1935) was architect, grafisch ontwerper, interieurontwerper en meubelontwerper. Jacobus Gerhardus van Niftrik (1833-1910) was een Nederlands ingenieur, voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst en van 1864 tot 1901 stadsingenieur van Amsterdam. De brief van Wormser aan Van Niftrik is een antwoord op kritische opmerkingen van de laatste i.v.m. het Uitbreidingsplan van de Gemeente Watergraafsmeer (ontworpen door de architecten P. Vorkink en Jac. Ph. Wormser), dat later werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 6 april 1907 en bij besluit van Gedeputeerde Staten van 24 juli 1907. Wormser begint zijn brief met excuses voor het late antwoord, en geeft als reden daarvoor de werkzaamheden aan het Bilderdijk-album [uitg. ter gelegenheid van diens 150ste geboortedag] en nieuwe bouwplannen. Wormser vervolgt, dat hij als adviseur van B. en W. zich verplicht acht "zich buiten kranten-geschrijf te houden, daardoor de aanzoeken daartoe af te wijzen en aanvallen onbeantwoord te laten". Daaraan voegt hij toe, dat hij bij de bekwame Van Niftrik hierop een uitzondering wil maken, met de opmerking "zijn schrijven als persoonlijk te beschouwen, zoodat daaruit nooit een publiek debat of iets dergelijks kan voordoen". Wormser weerlegt vervolgens het door Van Niftrik geopperde probleem van "schade-snijding", daarbij een werk van Camillo Sitte aanhalend. Het voornaamste punt van kritiek door Van Niftrik betrof de waterstaatkundige toestand. Het antwoord van Wormser daarop is dat hem een uitbreidingsplan werd opgedragen, geen rioleringsplan. "Echter maakte ik, voor mijzelf nog wel een voorstelling van de wijze waarop ik zou rioleeren". Hierop volgt een betoog dat een verhoging van de gemeente Watergraafsmeer [ca. 6500 inwoners destijds] niet mogelijk is. Ook noteert Wormser, dat elke stad kwetsbaar is voor natuurgeweld, "maar het gevaar voor den Meerpolder is nog zoo groot niet. De Amstel en het IJ zijn de de gevaaraanbrengers, Maar met nauwkeurig toezicht en versterking aan die zijden met dubbele voorziening is dit gevaar te weren. (...) De rioleering is in een uitvoerig rapport bezien door wijlen den Ingenieur de Koning." (totaal 2 gesigneerde brieven in 5 vellen en een envelop)